Tijdens deze periode is de kans groot dat je zowel ‘s morgens als ‘s avonds in de schemering of in het donker naar je werk of naar huis moet rijden. Aan het einde van een drukke werkdag is rijden in het donker nog intensiever en dit kan gevaarlijke situaties opleveren. De meeste ongelukken ontstaan door een kort moment van onoplettendheid of onverwachte omstandigheden.
Tijd voor wat tips voor rijden in het donker tijdens deze periode:
1. Zorg voor schone ramen
In het donker rijden vergt een verhoogde concentratie en is dus vermoeiender dan overdag rijden. Door uw ramen schoon te houden is het zicht optimaal.
2. Word geen slaaprijder
Lange afstand voor de boeg? Zorg dat je om de 2 uur rijden een 15 minuten pauze neemt. Een kortere tijd rijden en langer stoppen is natuurlijk geen probleem maar ga zeker niet langer rijden! De eentonigheid van een nachtelijke rit zorgt er tevens voor dat jij je sneller moe zal voelent.
3. Let op je voeding
Rijden in het donker vergt veel van je concentratie. Dit zorgt er ook voor dat je ook sneller door je eigen energie heen bent. Eet en drink (geen alcohol) daarom voor je reis of tijdens een tussenstop en zorg dat jouw energieniveau op peil blijft. Zo blijf je scherp en alert.
4. Houd je aan de maximumsnelheid
Het kan verleidelijk zijn om op een lege weg eens lekker het gaspedaal in te trappen. Maar de maximumsnelheid is er niet voor niets! Hierdoor kun je sneller reageren op onverwachte bochten en veranderingen in het wegdek.
5. Zet jouw telefoon op stil
Blijf scherp en alert en concentreer je op de weg. Ze jouw telefoon op stil, zodat je niet wordt afgeleid. Dit is niet alleen van belang in het donker maar natuurlijk altijd als je deelneemt aan het verkeer.
6. Rook niet tijdens het rijden
Roken zorgt voor een lager zuurstofgehalte in de lucht en je lichaam. Hierdoor word je sneller slaperig. Daarnaast leidt het af tijdens het rijden. Wil je toch roken tijdens de autorit, neem dan even een korte pauze.
7. Zet de kachel niet te warm
Als het (te) warm is in de auto voel je je sneller vermoeid en neemt jouw concentratie af. Als je het koud vindt in de auto, richt de kachel dan op je voeten. Hierdoor warmen je voeten snel op gevolgd door de rest van jouw lichaam. Opgewarmd? Zet de kachel dan weer op neutraal.
8. Tegenliggers met groot licht
Gebruikt een tegenligger zijn groot licht? Kijk dan naar de rechter wegmarkering. Gebruik deze kort als gids voor jouw rijstrook. Probeer in de tussentijd de tegenligger te waarschuwen met lichtsignalen.
9. Nachtbril
Gele glazen in een nachtbril zorgen voor een beter contrast. Hierdoor lijkt het licht van tegenliggend verkeer minder fel en ervaar je minder schittering. Dankzij de gele glazen is tevens de belijning duidelijker zichtbaar.
10. Gebruik referentiepunten
Er rijdt vrijwel altijd een andere auto voor je uit. Gebruik deze auto als referentiepunt om te kunnen zien hoe de weg loopt. Kijk vooruit. Naast andere automobilisten vormen ook verkeersborden goede referentiepunten.
Tot zover. Probeer deze tips eens tijdens jouw volgende autorit in het donker. Mocht je nog aanvullende tips hebben, deel deze dan met ons op Facebook.
Rijd voorzichtig en veel plezier!